Kan het KNGF weer dé vereniging van de fysiotherapeuten gaan worden?
Tekst: Michiel Trouw
Is het mogelijk dat het KNGF weer dé vereniging van fysiotherapie in Nederland wordt? Dat ze weer gezien én herkend wordt door de leden, de niet-leden en de externe partijen als dé vertegenwoordiging van het vak én ook als belangenbehartiger voor haar achterban en de inhoud van het vak.
Mijn verwachting is dat dit heel goed kan en ik denk dat de tijd er nu rijp voor is. Natuurlijk moet er wel veel gebeuren op meerdere schaakborden om het echt zover te krijgen. Daarover verderop meer, maar we moeten eerst even terugkijken voordat we echt vooruit kunnen kijken.
Veel focus op stakeholders
KNGF richt zich heel erg op de 'stakeholders'. Daar is een extreme focus op. Veel, heel veel mensen op het KNGF-kantoor en binnen het KNGF-bestuur zijn vooral daar mee bezig. Met stakeholders bedoel ik partijen als het ministerie van VWS, Zorgverzekeraars Nederland (ZN), Zorginstituut Nederland (ZiN), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), gemeenten, politiek en nog veel meer. Vanuit die focus is in 2023 de gedachte (en overtuiging) ontstaan dat een kwaliteitskader best kon worden ingericht met die stakeholders, zonder afstemming met de leden. Een faliekante fout met grote gevolgen.
Mismatch met groot deel achterban
Het eerste gevolg was een totale mismatch met een groot deel van de achterban. Een achterban die zich helemaal niet herkende in het kwaliteitskader versie 2023 vol met allerlei indicatoren, visitaties door externe bureaus en pagina’s aan taalgebruik dat heel erg ver van ons fysiotherapeutische beroep afstaat. De verbinding met de beroepsgroep fysiotherapie en het KNGF werd hierdoor bepaald niet beter.
Vertegenwoordiging liep schade op
Het tweede gevolg is dat, vanuit mijn persoonlijke weergave van informatie zoals ik die nu ken, de - door het KNGF zo op het voetstuk geplaatste - stakeholders het KNGF niet meer als dé serieuze vertegenwoordiging van de beroepsgroep zien. Immers, het KNGF zat doodleuk aan tafel – tripartite (1) - te verkondigen dat versie 2023 van het kwaliteitskader was wat de fysiotherapie wilde, zonder dat het KNGF daar mandaat voor had. Uiteraard is dat in de gesprekken en de evaluatie achteraf naar voren gekomen. Hierdoor is heel veel schade in de relatie en de vertegenwoordiging ontstaan.
Terug naar het heden.
Er zijn recentelijk ontwikkelingen ontstaan die een nieuwe doorstart van het KNGF als dé belangenbehartiger van fysiotherapie en fysiotherapeuten wel weer mogelijk maakt.
Tussenhandel model ter discussie
TopzorgGroep Nederland (een grote groep van o.a. fysiotherapiepraktijken) besloot niet verder te willen gaan met ZorgTopics. Het ‘tussenhandel-model’ wordt daarmee ineens heel duidelijk. De keuze om daar niet meer in mee te gaan, komt ineens in een stroomversnelling.
Het ‘tussenhandel model’, gebaseerd op verplicht abonnementsmodel om een euro meer te ontvangen voor het uitvoeren van meer administratie en het aanleveren van meer gegevens, data en daarmee je eigen winkeltje neer te zetten als “meer kwaliteit”, was lange tijd niet bespreekbaar en werd mede door de zorgverzekeraars stevig in het zadel geholpen. Maar nu verzekeraars zich langzaamaan terug gaan trekken uit deze ‘extra betaling’ is er een andere nieuwe situatie ontstaan.
Overigens wordt dit ‘tussenhandel model’ natuurlijk niet alleen door ZorgTopics aangeboden. Zo is het ook maar de vraag waarom wij bijvoorbeeld accepteren dat Chronisch Zorgnet (CZN) blijkbaar de vertegenwoordiger van chronische zorg geworden is. Waarom is niet iedere fysiotherapeut gewoon in staat om met ‘chronische zorg-patiënten’ te werken? Wie heeft dit akkoord bevonden?
Aantrekkelijkheid van het vak gaat verloren
Het landelijk onderzoek van de Fysiovakbond FDV (Fysiotherapeuten in Dienstverband in een vrijgevestigde praktijk) heeft duidelijk gemaakt dat we er qua instroom-uitstroom ratio niet goed voorstaan. Steeds meer collega’s verlaten het vak en onder de streep komen we nu al collega’s te kort. Belangrijke oorzaken van de grote uitstroom zijn de achterblijvende lonen en het toenemend verlies aan autonomie binnen het fysiotherapeutisch handelen. De stijgende vergrijzing zal een nog veel groter beroep op ons gaan doen. Minder fysiotherapie en meer aanbod dat biedt kansen en bedreigingen. De zaak is hier nogal in beweging.
Bovendien bleek dat fysiotherapeuten in loondienst geen duidelijk verschillend salaris ontvangen. Of ze nu in een SKF-praktijk werken of in een KRF-praktijk, de extra administratie, voorwaarden, visitaties etc. die SKF-praktijken dienen uit te voeren, worden niet in de verloning terug gezien.
Het landelijk onderzoek van de Fysiovakbond FDV heeft duidelijk gemaakt dat we er qua instroom-uitstroom ratio niet goed voorstaan
Verplichting SKF register
Het SKF-register wordt een verplichting voor alle fysiotherapeuten die in een SKF-praktijk werken, zo lezen we in een recente nieuwsbrief van het SKF. Dat betekent dat de verdere samenwerking KNGF-SKF ten aanzien van kwaliteitsregistratie volledig stopt. Het scenario van een fusie KNGF-SKF is daarmee een afgesloten route. En we kennen deze scenario’s en weten ook welke kant dit op zal gaan: het (opnieuw) stimuleren van differentiatie, verdeling van de beroepsgroep.
We kunnen gerust vaststellen dat we nu een andere positie hebben.
Vergroot zelfbewustzijn en toegankelijkheid onder druk
Voor het eerst in 25 jaar zijn er (nu voor alles en iedereen duidelijk) te weinig fysiotherapeuten en er zullen er nog veel minder zijn met de komende zorgvraag en lagere instroom op de opleidingen.
Na jarenlange uitstekende controle en macht over onze beroepsgroep (u krijgt een contract als u exact doet wat wij opdragen, tekenen rechtsonder), wordt met argusogen gekeken naar wat onze beroepsgroep nu gaat doen. Een beroepsgroep met een toenemend zelfbewustzijn die duidelijker problemen durft te benoemen en in beweging is. Wij zijn nu al met veel te weinig, terwijl de vraag toeneemt, de toegankelijkheid staat enorm onder druk, tja, dan wordt het anders onderhandelen.
Kwaliteitsdenken terug ‘claimen’
We krijgen nu eindelijk partijen (anders dan een groepje praktijken dat al jaren zonder contracten of met gedeeltelijk contracten prima kon functioneren) die zeggen: “Die tussenhandel hoeven we niet meer” of “Zonder het plus-contract heb ik veel meer tevreden medewerkers in mijn praktijk” of “Wij hebben als team samen besloten dat we niet meer met dat contract willen werken”. Dit zal gaan toenemen.
Eindelijk durven groepen praktijken ook weer het kwaliteitsdenken terug te claimen uit handen van de ‘netwerkgroepjes’ die jarenlang uitstraalden dat zij de beste kwaliteit leverden en beheerden. Meerdere onderzoeken laten geen verschillen in uitkomstmaten zien en/of in tevredenheid van patiënten. Zelfs een aantal verzekeraars zien dat nu in. We werpen langzaam het juk af van: “Ja maar ik had een goede audit dus ik ben beter.”
We werpen langzaam het juk af van: “Ja maar ik had een goede audit dus ik ben beter.”
Omgeving verandert in kwaliteitsdenken
Zelfs de omgeving is aan het veranderen. Er zijn bij de ‘stakeholders’ ook partijen die anders gaan kijken naar kwaliteit. Vooraanstaande partijen die zelfs letterlijk opschrijven dat het uitbreiden en inrichten van indicatoren een route is die we niet meer verder in moeten slaan. Dan kan een lerende omgeving dus ineens iets heel anders zijn dan het beoordelen van data bij elkaar en daarop beoordeeld worden (catastrofe).
Financiering verandert
De financiering van de zorg zal sowieso tekort gaan schieten, wat voor circusact we ook gaan uithalen met z’n allen. Toegankelijkheid voor alle Nederlanders is mogelijk onhoudbaar. Dat is natuurlijk verdrietig, maar het geeft ook opties voor nieuwe initiatieven. Samenwerking door de beroepen heen, betalingen via werkgevers, via sociale groepen en/of communities etc. zijn mogelijk veel dichterbij dan we denken. Zo zijn er al heel veel zorgcoöperaties door mensen zelf opgericht om hun eigen zorg te organiseren en te regelen. We onderzoeken financieringen rondom gezondheid en preventie, leefstijl e.d..
Er is veel bewegingen en er kan veel ontstaan, zeker onder toenemende druk. De grenzen zoals we die nu aan ons vak ervaren kunnen ineens op hele andere plekken komen te liggen.
Vertegenwoordig de enige echte waarde
Ik hoop zo enorm dat het KNGF nieuwe model (ik geloof erin) haar leden op de absolute eerste plek zet. De achterban, het werkveld, de enige echte waarde die het KNGF zegt te vertegenwoordigen. In dat nieuwe model met de fysiotherapie en de fysiotherapeut op de eerste plek kun je angst gaan loslaten.
Ik hoop zo enorm dat het KNGF nieuwe model (ik geloof erin) haar leden op de absolute eerste plek zet.
Angst om in een FEN iets te schrijven over commerciële netwerken en de al dan niet onwenselijkheid daarvan. Angst om iets te zeggen dat door een verzekeraar als ‘niet prettig’ kan worden opgevat. Angst voor de reactie van het SKF (dat toch wil blijven differentiëren, want daarin ligt hun onderscheidende vermogen). Angst voor de stakeholders, die zelf aangeven graag met het KNGF wil samen werken dat wél de mening van de achterban vertegenwoordigd in de onderhandelingen.
Dan moeten we dus:
Een goede journalist/columnist uitnodigen voor terugkerende columns in de FysioPraxis, maar dan wel zonder contractvoorwaarden dat het niet mag gaan over SKF of het kwaliteitskader.
Zorgen dat het kantoor KNGF open en eenvoudig toegankelijk is voor haar leden en erop gericht is om elke vraag zo goed mogelijk zelf te beantwoorden en (in gezamenlijkheid) op te lossen.
Een KNGF hebben dat daadkracht en vooral zelfvertrouwen uitstraalt in plaats van altijd: “We zullen ons naar de andere zorgpartijen moeten schikken, anders komen we niet aan tafel.”
Als praktijkeigenaren gaan kiezen voor het werken vanuit de titel en het beroep Fysiotherapeut, zonder alle zogenaamde kwaliteitssausjes en opsmuk!
Met het KNGF de regio’s weer intrekken en weer lokale overleggen initiëren. Natuurlijk moeten wij daar als leden ook weer allemaal komen opdagen!
Een KNGF hebben dat andere geluiden niet smoort of weigert, maar luistert naar dat geluid en in overleg gaat.
Er is veel meer te zeggen en te schrijven, maar voor nu is het genoeg. Samenvattend sluit ik af met drie kernpunten:
KNGF weer op de eerste plaats;
afscheid nemen van de andere "(netwerk)clubjes';
één gezamenlijke uitstraling creëren.
Het kan nu uitstekend: de tijd is er nu rijp voor.
Comments